top of page

VRAAG EN ANTWOORD

​Op deze pagina vind je een overzicht van de meest gestelde vragen over de (opleiding tot) sportarts.
Staat het antwoord op je vraag er niet tussen? Stel je vraag dan via sbos@sportgeneeskunde.com.

  • Wat is het verschil tussen een sportarts en huisarts?
    Sportgeneeskunde is sinds 2014 een medisch specialisme. De sportarts is voor mensen met klachten/zorgvragen niet rechtstreeks toegankelijk. Zij moeten eerst naar de huisarts met hun klachten/zorgvragen. De huisarts kan iemand vervolgens doorverwijzen naar de sportarts. In de praktijk betekent dit dat je als sportarts vaak met complexere problematiek van het bewegings- of inspanningsapparaat te maken hebt. Verder is het unieke aan de sportarts dat mensen die geen klachten/zorgvragen hebben, maar bijvoorbeeld advies willen over sportieve prestatieverbetering, wel rechtstreeks bij de sportarts terecht kunnen voor een sportmedisch onderzoek. Deze sportmedische onderzoeken worden vaak geheel of gedeeltelijk vanuit de aanvullende verzekering vergoed.
  • Wat is het verschil tussen een sportarts en orthopeed?
    Beide specialismen houden zich bezig met het bewegingsapparaat en werken frequent samen. Het merendeel van de blessures die de sportarts in de praktijk ziet kan conservatief behandeld worden en is derhalve het domein van de sportarts. Voor operatieve behandeling verwijst de sportarts door naar de orthopeed.
  • Wat is het verschil tussen een sportarts en revalidatiearts?
    De sportarts is de expert op het gebied van fysieke belasting – belastbaarheid in relatie tot sport en/of bewegen en heeft bij uitstek kennis van inspanning, inspanningsdiagnostiek en inspanningsfysiologie. Deze kennis en expertise wordt voor een brede doelgroep ingezet (bewegende mensen, (aspirant) sporters en chronisch zieken. Een revalidatiearts richt zich (meer) op patiënten met beperkingen in het functioneren in het dagelijks leven ten gevolge van een ongeluk of aandoening. Doel van de revalidatiearts is handicaps voorkomen, dan wel zo klein mogelijk te laten zijn, zodat de patiënt optimaal kan functioneren in de maatschappij.
  • Kan ik meelopen met een sportarts?
    Je kan met iedere sportarts contact opnemen om te informeren of het mogelijk is om mee te lopen. Wil je een indruk krijgen van een bepaalde opleidingsregio, dan is het advies om te proberen of je bij de desbetreffende afdeling sportgeneeskunde kan meelopen. Regel dit tijdig, want het aantal plaatsen is beperkt en de vraag groot.
  • Wat kan ik vooraf doen om de kans groter te maken dat ik in opleiding kom?
    Alhoewel er geen standaard antwoord is, is het is belangrijk om jouw affiniteit met de sport(geneeskunde) te laten zien. Dit kan op verschillende manieren, zoals ervaring op het gebied van sportmedische begeleiding (bijvoorbeeld een sportclub), bestuursfunctie bij een sportvereniging, eigen (top)sportervaring en ervaring in wetenschappelijk onderzoek (bij voorkeur in sportgeneeskundige onderwerpen). Uiteraard speelt klinische ervaring ook een belangrijke rol. Bijvoorbeeld als ANIOS sportgeneeskunde, maar ook andere klinische ervaring bij orthopedie, cardiologie, longgeneeskunde of SEH is waardevol.
  • Zijn er mogelijkheden om als ANIOS sportgeneeskunde aan de slag te gaan?
    Er zijn geen fulltime banen als ANIOS sportgeneeskunde. Enkele locaties hebben wel part-time ANIOS functies, alhoewel dit aanbod sterk wisselt. Je zult hiervoor zelf moeten rondvragen om te kijken wat de mogelijkheden zijn.
  • Zijn er mogelijkheden voor een semiarts stage/keuze coschap?
    Er zijn zeker mogelijkheden voor een semiarts stage of keuze coschap. Je kunt hierbij denken aan een coschap bij de afdeling sportgeneeskunde in een (opleidings)ziekenhuis of in een Sportmedische Instelling (SMI). Afhankelijk van de universiteit waar je studeert, zal dit in meer of mindere mate voor je geregeld worden. Eigen initiatief is altijd aan te raden!
  • Moet ik voor de start van de opleiding klinische ervaring hebben?
    Het is niet verplicht om voor de start klinische ervaring te hebben. Dit is echter wel een pré. Handige specialismen om ervaring op te doen zijn cardiologie, longgeneeskunde, orthopedie of SEH.
  • Hoeveel mensen kunnen er jaarlijks in opleiding?
    Er zijn 9 opleidingsregio’s. Het Capaciteitsorgaan adviseert het Ministerie van VWS over het aantal aios dat per jaar aan de opleiding mag beginnen. VWS neemt dit advies meestal over. Op dit moment zijn er 7 opleidingsplekken per jaar in Nederland.
  • Moet je zelf aan topsport gedaan hebben?
    Je hoeft niet zelf aan topsport gedaan te hebben. Topsport is ook maar een (klein) deel van het werk als sportarts in opleiding. Affiniteit met sport is natuurlijk wel een must.
  • Hoelang duurt de opleiding?
    De opleiding duurt bij een fulltime aanstelling vier jaar.
  • Zijn er mogelijkheden om part-time te werken?
    Parttime werken is zeker mogelijk en niet ongebruikelijk bij de AIOS sportgeneeskunde. Een en ander in overleg met de lokale opleider en de werkgever (SBOS).
  • Zijn er mogelijkheden voor verdiepingsstages?
    Op dit moment is er aan het einde van de opleiding een mogelijkheid tot een verdiepingsstage (elders) van maximaal 6 weken. Hiervoor moet je eerst wel voldoen aan de competentie eisen van de reguliere opleiding. Het opleidingsplan wordt echter op dit moment herzien. Het streven is om per 1 januari 2019 met het nieuwe opleidingsplan van start te gaan.
  • Hoe ziet de opleiding eruit?
    Zie hiervoor het schema elders op de site. Kort gezegd, bestaat de opleiding uit 3 maanden sportgeneeskunde en 9 maanden cardiologie in het eerste jaar, 3 maanden longgeneeskunde en 9 maanden orthopedie in het tweede jaar, 9 maanden sportgeneeskunde en 3 maanden huisartsgeneeskunde in het derde jaar en 9 maanden sportgeneeskunde en 3 maanden verdieping sportgeneeskunde in het vierde jaar. Gedurende de hele opleiding heb je cursorisch en inspanningsfysiologisch onderwijs en doe je wetenschappelijk onderzoek. Per 1 januari is het nieuwe opleidingsplan van start gegaan.
  • Welke type patiënten kom ik tegen?
    Als sportarts in opleiding kom je een breed scala aan patiënten tegen, van chronisch zieken (bijvoorbeeld hartrevalidanten) en recreatieve sporters tot olympische sporters. Tussen de negen opleidingsregio’s bestaan accentverschillen in de verdeling van de patiënenpopulaties. Wat houdt sportmedische begeleiding in? Sportmedische begeleiding betekent dat je de medische begeleiding verzorgt van een sporter/team rondom een wedstrijd, trainingsstage of toernooi in de breedste zin van het woord. Naast het verzorgen van de eerste medische hulp tijdens trainingen, trainingsstages en wedstrijden ben je bezig met het inventariseren en begeleiden van (acute) blessures, denk je mee over preventie van blessures en ziekte, en ben je betrokken bij voeding gerelateerde vraagstukken. Bij sportmedische begeleiding ben je veelal werkzaam in een multidisciplinair samengesteld begeleidingsteam.
  • Hoe ziet je dag eruit als je op de polikliniek sportgeneeskunde werkt als AIOS?
    De dagen op de polikliniek zijn erg afwisselend. Ieder dagdeel kan weer een andere invulling hebben. Blessureconsulten, sportmedische onderzoeken, inspanningstesten met of zonder ademgasanalyse en begeleiding van patiënten die van een ziekte revalideren, multidisciplinair overleg, het passeert allemaal de revue.
  • Zijn er mogelijkheden voor combinatie opleiding en wetenschappelijk onderzoek?
    Er zijn altijd mogelijkheden om te participeren in onderzoek of een eigen onderzoek op te zetten. Sterker, het wordt van de AIOS verwacht om in de laatste 2 jaar 3 maanden te besteden aan wetenschappelijk onderzoek.
  • Zijn er mogelijkheden voor de combinatie opleiding en promotieonderzoek?
    Je hebt de mogelijkheid de opleiding te combineren met een promotieonderzoek. Hierbij voer je gedurende opleiding binnen bepaalde randvoorwaarden een promotieonderzoek uit met een sportgeneeskundig onderwerp. Deze randvoorwaarden staan geformuleerd in hoofdstuk B van het Kaderbesluit onder ‘Titel II Opleiding en wetenschappelijk onderzoek ’. Meer informatie is opgenomen onder het kopje ‘agiko-regeling’ bij het onderdeel opleiding op deze website.
  • Waar kan ik een promotieonderzoek (sportgeneeskunde gerelateerd) doen?
    Als je wilt promoveren dan moet je op zoek naar een promotieplek. Deze plekken worden aangeboden door universiteiten in de verschillende medische vakgebieden, maar je kunt ook zelf een voorstel doen. Als er in een ziekenhuis veel kennis aanwezig is omtrent een bepaald onderwerp is het vaak zo dat er ook onderzoek uit voortvloeit. In deze ziekenhuizen kan een onderzoeksbegeleider ((co-)promotor) je al goed op weg helpen. Het is dus verstandig om naar de mogelijkheden te vragen in je eigen ziekenhuis als je ambitie hebt om onderzoek te doen of zelfs te promoveren.
  • Hoe is de financiering van de opleiding geregeld? Hoeveel salaris krijg ik als AIOS?
    Als AIOS ben je gedurende de opleiding in dienst van de Stichting Beroepsopleiding tot Sportarts (SBOS). Je krijgt betaalt conform de CAO ziekenhuizen. Verder is er jaarlijks 1500 euro per aios beschikbaar voor kosten die direct verbandhouden met de opleiding (bijvoorbeeld voor niet-verplichte cursussen of boeken of buitenlandse congressen).
  • Is er een assistentenvereniging?
    De Juniorkamer bestaat uit 6 AIOS Sportgeneeskunde. Zij behartigen de belangen van de AIOS Sportgeneeskunde en de kwaliteit van de opleiding door zitting te nemen in verschillende commissies. Twee AIOS sportgeneeskunde zijn ook aanwezig bij bijeenkomsten van de Jonge Specialist, de landelijke zelfstandige beroepsvereniging voor AIOS. Verder organiseert de Juniorkamer een jaarlijks AIOS-weekend, wintersport en sportdag.
  • Hoe is het onderwijs geregeld?
    In ieder opleidingsjaar wordt een aantal verplichte landelijke cursusdagen georganiseerd waarin een gevarieerd aanbod aan sportgeneeskundige onderwerpen aan bod komt. Het gaat gemiddeld om 10 cursusdagen per jaar. De kosten van de cursussen worden betaald door de Stichting Beroepsopleiding tot Sportarts (SBOS). Enkele voorbeelden van cursusonderwerpen zijn: trainingsfysiologie, sportmedisch aspecten van voetbal, wielersporten en watersporten, cardiologie & sport, sportpsychologie, sportfysiotherapie, voeding, recht, ethiek en lichamelijk onderzoek. Daarnaast is er 4x per jaar een landelijke wetenschappelijke avond. Deze zijn verplicht voor 3e en 4e jaars AIOS. Ook organiseert iedere opleidingsregio haar eigen onderwijs. Gebruikelijk is een vast onderwijsmoment per 1 à 2 weken met de hele opleidingsgroep.
  • Waar kan ik werken na mijn opleiding?
    Als sportarts kan je op veel verschillende plaatsen werkzaam zijn. Te denken valt aan onder andere ziekenhuizen, (eigen) sportmedische instellingen, revalidatiecentra en (top)sportbonden of –clubs.
  • Hoe is de werkgelegenheid?
    Sportgeneeskunde is een relatief jong specialisme. Sinds de officiële erkenning als specialisme weten steeds meer patiënten de sportarts te vinden en verwijzen steeds meer andere specialisten door naar de sportarts. Op dit moment is de werkgelegenheid voor sportartsen redelijk tot goed. Mogelijk wordt dit nog beter in de toekomst.
  • Wat zijn de verdiensten?
    Dit is afhankelijk van de aanstelling die je hebt. De belangrijkste categorieën zijn werken in loondienst of als ZZP-er of in een eigen onderneming. Als beginnend afgestudeerde in dienst van een algemeen ziekenhuis verdien je, conform de Arbeidsvoorwaarden Medisch Specialisten (AMS), per jaar een bruto salaris van ongeveer € 70.000,- voor een 45-urige werkweek. Het salaris kan oplopen tot zo’n € 130.000,-. Dit zijn bedragen zonder de vakantietoeslag van 8%. De inkomsten als ZZP-er of eigen ondernemer zijn lastiger aan te geven, maar liggen grofweg tussen € 150.000,- en € 250.000,- per jaar. Dit zijn bruto bedragen, daar moet je dus nog belasting over betalen. Tevens heb je te maken met pensioenkosten, verzekering en eventueel andere kosten.
  • Kan ik ook werken in het buitenland?
    Enkele Nederlandse sportartsen werken in het buitenland, zowel bij ziekenhuizen als bij sportteams. Het verschilt per land welke eisen er gesteld worden. Er bestaat een mogelijkheid om een Europese aantekening als sportarts te halen.
  • Kan ik mij als sportarts verder specialiseren?
    Momenteel bestaan er nog geen officiële specialisaties binnen de sportgeneeskunde. Dit komt omdat het specialisme nog vrij jong is. , De meeste sportartsen werken generalistisch. Hierbij worden wel accenten gelegd, zoals sportmedische begeleidingof chronisch zieken of accent op een bepaald gewricht.
  • Moet ik als sportarts nascholing volgen?
    Sportartsen moeten, conform andere medisch specialisten, geaccrediteerd nascholing volgen. De omvang van deze zogenaamde ‘deskundigheidsbevorderende activiteiten’ bedraagt gemiddeld 40 accreditatie-uren per jaar. Meer informatie is te vinden op de site van de KNMG en specifiek voor de sportgeneeskunde hier.
  • Wat is de SBOS?
    De Stichting Beroepsopleiding tot Sportarts (SBOS) regelt alle organisatorische zaken met betrekking tot het opleiden van aios-Sportgeneeskunde. De SBOS zorgt voor de werving van sollicitanten voor de opleiding tot sportarts en het uitvoeren van de sollicitatieprocedure. De aios sportgeneeskunde zijn gedurende hun opleiding in dienst van de SBOS. De SBOS sluit met elke opleidingsinrichting sportgeneeskunde een opleidingsovereenkomst af met betrekking tot de rechtspositie van de aios sportgeneeskunde gedurende de opleiding in de opleidingsinrichting enerzijds en de financiële afspraken tussen de SBOS en de opleidingsinrichting aangaande de door de aios sportgeneeskunde verrichte werkzaamheden, anderzijds. De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de opleiding ligt bij de Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG). Een concilium, samengesteld uit opleiders betrokken bij de opleiding tot sportarts, draagt zorg voor (aanpassing van) het opleidingsplan, de implementatie daarvan in de praktijk en de inhoudelijke afstemming tussen de diverse opleidingsinstellingen.
Verschillen
Vooraf
Over
Toekomst
Organisatie SBOS
bottom of page